Je bedrijfsverzekering verlengen in turbulente tijden

5 december 2022

Deel op LinkedIn Deel op Facebook Delen op X

Door Bart Oversier - grote en complexe schade-expert

In economisch moeilijke tijden hadden maatregelen om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan een negatieve invloed op de verkoop voor ondernemers wereldwijd. Tijdens lockdown-periodes organiseerde de Nederlandse overheid hulp om het risico te beperken dat bedrijven massaal omvielen - het belangrijkste initiatief waren de NOW-regelingen.

Grootschalige impact op toeleveringsketens en herbouwtijden

De laatste lockdown in Nederland eindigde in februari 2022. Korte tijd later viel het Russische leger Oekraïne binnen. Na de invasie kreeg de Europese economie, naast de tekorten aan goederen als gevolg van de lockdowns, te maken met nog langere levertijden. Bovendien schoot de inflatie omhoog toen de wereldwijde energie- en grondstofprijzen sterk stegen.

Krappe toeleveringsketens - ook bekend als tekorten aan goederen en diensten - zijn niet de enige zorg. Nederland kampt met een tekort aan arbeidskrachten waardoor veel sectoren onderbezet zijn. De krapte in zowel de toeleveringsketen als de arbeidsmarkt leidt tot lange levertijden voor goederen en diensten. Voor degenen die materiële schade ondervinden, vergroot dit de periode die nodig is om verloren goederen en inventaris te vervangen. De tijd die nodig is voor herstel neemt ook toe.

Wat betreft de regelingen in Nederland zijn er twee ontwikkelingen toegevoegd om de wederopbouw van structuren aan te pakken:

Ontwikkeling 1

Iedereen die nieuw gaat bouwen of grote structurele schade laat repareren, moet een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) aanvragen. Het moment van de aanvraag bepaalt aan welke eisen moet worden voldaan. Een aanvraag die vandaag wordt ingediend, moet bijvoorbeeld voldoen aan de voorschriften in het bouwbesluit zoals dat vandaag van kracht is. Vanaf 1 februari 2022 is de opdrachtgever van de bouw verplicht om bij een ingrijpende renovatie (lees: het herstellen van een grote bouwschade) het gebouw te voorzien van een grote hoeveelheid duurzame energie. In de praktijk dwingt dit effectief tot installatie van zonnepanelen, een warmteboiler en/of een warmtepomp. Maar met name warmtepompen zijn nauwelijks verkrijgbaar door enerzijds de schaarste in de keten en anderzijds het massaal bestellen ervan door de sterk gestegen gasprijzen. Hierdoor blijft de bouwtermijn oplopen.

Ontwikkeling 2

Op 2 november 2022 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de bouwvrijstelling van stikstof niet in overeenstemming is met het Europese natuurbeschermingsrecht. Hierdoor concludeerde de Afdeling dat deze bouwvrijstelling niet gebruikt mag worden bij bouwprojecten. Hoewel hiermee de bouwvrijstelling komt te vervallen, betekent dit niet dat er nu een algeheel bouwverbod geldt. Net als in de situatie voordat de bouwvrijstelling werd ingevoerd, moeten de mogelijke gevolgen van stikstofemissies nu per project worden onderzocht. Verwacht mag worden dat deze uitspraak vertraagde effecten zal hebben op de vergunningverlening.

Deze complexe ontwikkelingen zullen er - veel vaker dan voorheen - toe leiden dat de gebruikelijke verzekerde periode van 52 weken niet voldoende is om het herstel volledig af te ronden. Om ervoor te zorgen dat de bedrijfsvoering weer op gang komt, kun je overwegen om te kiezen voor een verzekerde periode van minimaal 78 tot 104 weken. Uiteraard is een bedrijfsspecifieke risico-inventarisatie noodzakelijk voordat een beslissing wordt genomen.

Overwegingen met betrekking tot inkomsten na COOVID

Veel ondernemers, waaronder de horeca, verloren omzet in 2020 en 2021 als gevolg van de lockdowns. Andere sectoren profiteerden, bekende voorbeelden zijn supermarkten en woninginrichters. Of bedrijven nu hebben geleden onder de lockdowns of ervan hebben geprofiteerd, we kunnen aannemen dat veel van hen ongewone omzetniveaus hebben ervaren. Dit beïnvloedt de bepaling van verzekerbaar belang voor bedrijfsschade.

Het laatste jaar waarvoor de cijfers van een bedrijf "definitief" zijn, dient vaak als referentie voor de verklaring van verzekerbaar belang. Als dat bepalende jaar 2020 of 2021 is, dan is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de cijfers van dat jaar wat betreft de impact van COVID-19 op de jaaromzet. Een stijging of daling van de verkoop met meer dan 30% kan om de hoek liggen. Bij een stijging van meer dan 30% dreigt onderverzekering, bij een daling van meer dan 30% dreigt oververzekering. Een deel van de teveel betaalde premie kan niet worden teruggevorderd omdat het buiten de bandbreedte van de gebruikelijke verhogings-/verlagingsclausule valt.

Zorgen over inflatie

De inflatie was al aangetrokken door het genereuze geldmarktbeleid van de nationale banken om de economie tijdens de pandemie te stimuleren, maar steeg snel door de oorlog in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende schaarste aan grondstoffen, energie en goederen. De geharmoniseerde inflatie (HICP-index) in Europa bedroeg in september van dit jaar bijna 10% ten opzichte van een jaar eerder. Voor Nederland is dit cijfer met 17% nog hoger. Dit is het hoogste cijfer ooit gemeten en een ongekende ommekeer vergeleken met de vele jaren daarvoor toen er nauwelijks inflatie was.

Voor bedrijfsschadeverzekeringen vereist het hoge inflatiecijfer een zorgvuldige bepaling van het verzekerde bedrag. Bij een gelijkblijvende omzet (in volume) kan de omzet van een bedrijf sterk stijgen omdat de verkoopprijzen hoger zijn. Of hierdoor ook het verzekerbaar belang toeneemt, verschilt van bedrijf tot bedrijf. Het hangt af van de mate waarin de variabele kosten stijgen. Stijgen deze sneller of langzamer dan de verkoopprijzen? De invloed van inflatie op het belang (ruwweg het verschil tussen verkoopprijzen en variabele kosten) vereist daarom een meer specifieke analyse op bedrijfsniveau om te voorkomen dat er te veel of te weinig wordt verzekerd buiten de grenzen van de clausule over stijging/daling.

Inflatie kan ook van invloed zijn op de berekening van bedrijfsschade nadat een verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld:

  1. Toekomstige inkomstenderving wordt gewoonlijk berekend aan de hand van de inkomstentrend tot aan de claimdatum; onder de huidige omstandigheden is het echter twijfelachtiger dan ooit hoe sterk deze trend zich in de toekomst zal voortzetten als deze voornamelijk wordt gedreven door inflatie.
  2. De rente in het verleden is minder geschikt als indicator voor de rente in de claimperiode dan in het verleden. Zoals gezegd hangt het sterk af van de mate waarin de ondernemer inflatie ervaart aan de inkoopkant en de mate waarin hij dit kan doorberekenen. De brutomarge en daarmee het rentepercentage kan hierdoor sterk veranderen.
  3. Bij de beoordeling of productieverliezen binnen de verzekerde periode kunnen worden ingehaald, moet nu meer rekening worden gehouden met de mate waarin dit dan ook tegen dezelfde marge kan gebeuren. Als stijgende inkoopprijzen niet of onvoldoende kunnen worden doorberekend in verkoopprijzen, dan is de marge tijdens het inhalen van de productie lager dan wanneer de productie niet zou zijn gestopt. Dan blijft er, ondanks het inhalen van het productieverlies, een operationele verliescomponent over.

Vooruitblik

Actuele ontwikkelingen spelen een rol bij de verlenging van bedrijfsschadeverzekeringen. Meer dan ooit is specifieke aandacht vereist voor de verzekerde periode en de bepaling van het verzekerde bedrag. De meest voorkomende verzekerde periode van 52 weken lijkt toe aan een stevige herziening. Nu de bepaling van het verzekerbaar belang met meer onzekerheden is omgeven dan voorheen het geval was, kan worden overwogen om het gebruikelijke percentage van 30% in de verhogings-/verlagingsclausule te verhogen.